zaterdag 18 februari 2017

De verplichting van gelukkig zijn en een kapoentjesplaag.

Ik zit weer in de vensterbank. Er kruipen kapoentjes langs het raam.
Als de zon schijnt is het nog goed, ik ben nog oké.
Toch schuif ik heen en weer.
Ik hou niet van kapoentjes.

Mijn blik zwerft door de kamer en land terug in jouw ogen.
Je houd van mij en ik van jou.
Je wilt weten hoe het gaat.
Niet zozeer voor jou maar meer voor mij. Opdat ik 'eindelijk' eens ga voelen. 
Om hulp vragen. De blokkade in mijn keel zwelt op en mijn tranen drogen op in de zon.
Zoute wangen.
Stomme kapoentjes.

Eigenlijk gaat het niet zo lekker.
Een heen en werend dipje kruipt met de kapoentjes door mijn leven.
Dingen die ik niet wil weten, niet mag voelen en niet kan benoemen.
Naar de buitenkant zeg ik dat het allemaal wel prima gaat.
En dat is ook zo.
Als ik dingen doe en mensen zie, als ik koffie ga drinken of streepjes aan doe gaat het wel prima.
Maar dan beland ik weer in de vensterbank.
De zon verwarmt mijn rug en dan mag ik het even voelen.
Ze verwarmt de plekken waar het vast zit. Mijn onderrug en schouders, mijn nieren als ik dieper adem.

Blokkades.

Ik vind het jammer van mezelf dat ik me ervoor schaam.
Omdat ik wil dat het leven door gaat. Stil staan vind ik moeilijk maar ik doe het wel.
Ik doe het thuis, in de zon die warm en veilig voelt.
In de vensterbank en in jouw ogen.
Je lieve veilige ogen.

Maar het zit nog vast.
Stokkend komen de woorden eruit, niet uit mijn mond maar op papier.
Korte zinnetjes en een  hele hoop punten.
Punten zorgen voor pauzes zodat ik de gevoelens in mooiere woorden kan stoppen dan hoe ze zijn.

Waar het op neer komt:

De kunst van thuiskomen.
Thuiskomen in de wereld. Niet mijn zelfverzonnen sprookjesland waar het donkergroen kleurt en ik in sluiers leef.
De echte wereld.
In mijn echte lichaam.
In mijn benen tot aan mijn voeten.
Verder dan mijn middenrif.
Verder dan mijn stuitje.
Dieper in de aarde.
Af en aan komt het onderwerp: 'Thuiskomen'  in mijn leven.
'Aarden.'
Mijn voeten zijn met een reden zo groot.
Mijn benen zijn soms takjes.
Waar mijn wortels zijn weet ik niet.

Ik zeg nooit honderd procent wat het is, hoe ik ben.
Ik ben nooit honderd procent aanwezig.

Altijd meer willen, meer kunnen, beter worden, is het gevolg van niet hier en nu zijn.
Ik streef naar een beter leven.
Ik streef naar een gevoel van thuis zijn.
En ik ben in letterlijke zin wel thuis in mijn huis. Ik hou van mijn huis, inclusief de stomme kut kapoentjes.
Maar ik wil groeien, verder, beter, sneller, veranderend en verbeterend.
Ook wil ik bij mezelf blijven.
Ik denk dat er om mijn kern zoveel laagjes verpakt zijn dat ik er niet altijd bij kan komen.
Door de week heen is dat niet erg, als ik koffie drink met mijn streepjes.
Maar in het weekend ben ik thuis in mijn huis
en dan komt de drang om ook thuis te zijn in mijzelf.
Mijn lichaam en geest.
Thuis in de wereld.
Mijn voeten neer durven zetten en deze aarde voelen, waar ik in geboren ben.
Mijn wortels schieten zodat ik echt groeien kan.
In plaats van laagjes aarde plakken waar een beetje hoop aan vast kleeft.

Ik wil thuis komen.
Ik wil mijzelf zijn.
In volle glorie.
Onverplicht geluk ervaren.

Echt gelukkig zijn.
Het begint bij mijn kern.
Onder alle laagjes.
Van punten komma's durven maken,

L.B.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten