woensdag 8 januari 2020

Dansend

Nog altijd voelt de vrijdagavond gevaarlijk. Ik verlies iets van wie ik ben omdat ik tijdens het dansen iets vind dat ik zo lang heb gemist. Een nieuwe manier van loslaten en herpakken. Ik word verliefd op alles om me heen, niets is zoals thuis, zoals de dagelijkse dingen. Ik word verblind door de oranje lampen, verdoofd door de muziek. Ik kan alles zijn. Het is dansend hoe ik dingen verpest.


Na dat eerste vriendje kwamen er allemaal nieuwe mensen. Ik ontdekte delen van mezelf in gesprekken met onbekenden. Bij elke gesprekspartner kon ik opnieuw beginnen. Als hij iets tegen was gekomen dat ik niet leuk vond aan mezelf, kapte ik het af. Dan zocht ik iemand anders om mezelf mee te leren
kennen. Wat zij te zeggen hadden interesseerde me even weinig als jouw kaarttrucjes destijds.
Het was de manier hoe hun wimpers bewogen, traag en zwaar. Het was de manier waarop mijn haar langs mijn nek krulden, onze voeten over elkaar heen vielen. Het ging me om de vorm.
Daar was ik, in controle. Ik wilde medusa zijn, de boze heks. Mensen moesten magie in mij ontdekken, iets gevaarlijks dat alleen op vrijdagavond bij me naar boven kwam. Gesprekken over andere opvattingen. Het ging me niet eens om iets anders dan dat.
Ik kon alles vormen, een nieuwe wereld scheppen om me heen.
Overdag deed er niet toe. Dan verloor ik mezelf in de muziek en de zwierige meisjes. Eigenlijk ook een andere wereld, waarin ik niet bestond.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten