donderdag 1 april 2021

Grijs

In het park kijk ik naar vogels. Jaloers op hun vrijheid. Ik noem ze kraaien maar van papa heb ik geleerd dat je ze kauwtjes noemt. Twee zitten er op het bankje naast me. Ik zou zweren dat ze hebben gewacht tot ik keek. Met vliegen, met hun dans. Hun grijze ogen priemen boos in mijn bruine tot ik me richt naar hun optreden. Ze flapperen naar het gras en symmetrisch pokken ze heen en weer, zo'n anderhalve meter uit elkaar. Alsof het een grapje is, iets om te irriteren. Ik moet denken aan jou, aan ons, aan toen. Een derde kauwtje in de boom, zachtjes fladderend tot hij beneden is. Soms ben ik bang dat ik te lang stil ben. Het gevoel van jaloezie prikt in mijn bloedbanen wanneer anderen groeien en mijn proces traagjes achterblijft. Ik heb geleerd mijn mond te houden want de trots wil ik niet slikken. In mijn keel broed ik op grootser. En ik hoop dat ik belangrijk genoeg ben om vollediger te zijn. Online kan je ze blokkeren, in het leven sluimeren ze op de achtergrond. Zwarte schaduwen van wat ik niet bereikt heb. Oogkleppen voor wat je niet leuk vindt aan jezelf. Aan mij. De twee kauwtjes vechten met de derde. En ik denk aan toen. 
Elke herinnering heb ik lief. Ik koester, kleine kauwtjes. Momentjes van volledig. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten